Een boemel brengt je in 45 minuten van Casablanca International Airport naar Casa Voys, het Centraal Station van Casablanca. Dat is nu, maar was ook in 1966. De flower power area, de periode waarin twintigjarige babyboomers zich ontworstelden aan het juk van een dictatoriaal familiepatroon.
Reizen was een giga-uitlaatklep. Zodra de symptomen, lang haar, vale jeans en warrige kleding naar buiten kwamen, ontstond er een spontane paniek bij vele ouderparen. Met als klapstuk het moment van de rugzak. Geld bijeen gespaard in uren kaaspakhuis, aardewerk en leesmappen op de fiets. Tranen met als afsluiting je komt er nooit meer in hadden niet het gewenste resultaat. Uiteindelijk ging je.
Graham Nash was ook zo een figuur. Alleen hij was een Engelse ‘boomer’. Hij stond in 1966 op het perron van Casa Voys. Kijkend naar de machtige rood-gele loc, een sidderende machine in een zinderende lucht.
De Marrakesh (of Marrakech) Express is feitelijk een nachttrein en ook nog naar de huidige prijsmaatstaven zeer goedkoop. Er is een eerste klas met slaapcouchettes en een tweede klas. Omdat ik Engelsen toch al nooit echte kampeerders heb gevonden, zal dat wel de reden zijn dat Nash een slaapcouchette huurde.
Toch heeft hij meer tijd doorgebracht in de tweede dan de eerste klas. Daar was de inspiratie die leidde tot het schrijven van Marrakesh Express. Weg van het pluche, maar je tussen de eenden, varkens en kippen, koopwaar voor de markt en musici, mens voelen.
En dan dromen; de zon zien opkomen, de dan nog koele woestijn begroeten, genieten van het uitzicht, blauwe vrouwen, een joint…
Dat is de Marrakesh Express; in 1968 op de plaat gezet. Samen met z’n maten Steven Stills en David Crosby. Een ode van Graham Nash aan het hippie-volk.