Column Theo: De Panama Canal Railway

Strakgelijnd en zacht glanzend staat de geel met rood gekleurde trein op het perron. De historische trein van Panama City aan de Pacific naar Colon aan de Caribische zee oogt, als ik vroeg in de ochtend op het station aankom, tot mijn teleurstelling vrij modern. Het is nog geen zeven uur, de enige rit op van de dag vertrekt vroeg. Als ik een wagon binnenstap blijkt de buitenkant evenwel niet representatief. Van binnen zijn de wagons nostalgisch ingericht, met veel hout, leren banken en stoelen, perzisch tapijt op de vloer en zacht brandende Art Deco lampjes. Geheel in stijl met de tijd van de oplevering van het kanaal. De vijf wagons zijn genoemd naar rivieren, de mijne heet Rio Gatun, wat in de context van het kanaal de meest passende is zo blijkt later.

De spoorlijn wordt sinds 2001 geëxploiteerd door een vervoersbedrijf uit Kansas city, dat flink heeft geïnvesteerd in het herstellen van de luister van voorheen en in het efficiënter maken van het containervervoer, dat de rest van de dag over de grotendeels enkelspoorbaan rijdt. Het mooiste rijtuig is de panoramawagon, die echt klassiek is en uit 1938 stamt. Maar die is helaas geheel gereserveerd door tourgroepen. Gelukkig zijn een paar van de andere rijtuigen voorzien van aan de zijkant open balkons die net zo’n mooi zicht geven en waarbij ook de geuren en geluiden aan de beleving bijdragen.

De eerste passagiers waren goudzoekers, die de spoorweg gered hebben. Toen de oorspronkelijke aanleg sterke vertragingen opliep en de kosten snel stegen begon de koers van de op de Amerikaanse beurs genoteerde spoorwegmaatschappij snel te dalen. In december 1851 arriveerden echter twee boten met meer dan duizend passagiers aan de kust. Ze waren, gedreven door de goudkoorts, op weg van de Amerikaanse Oostkust naar Californië. Toen ze tot hun verassing een locomotief hoorden fluiten spoedden ze zich naar het spoorwegkantoor. Op dat moment was slechts zeven mijl (van de zevenenveertig) van de spoorweg aangelegd. Georg Totten, de hoofdingenieur, vreesde voor nog meer vertraging als ze de duizend mannen zouden meenemen en wilde ze ontmoedigen door een toeslag te vragen van 50 cent per mijl en drie dollar per 100 pond bagage. Dat werd meteen aanvaard en er werd bijna 7000 dollar verdiend. De waardeloze aandelen schoten prompt omhoog en er werd 4 miljoen dollar opgehaald met de uitgifte van nieuwe aandelen. De aanleg kwam in een stroomversnelling en op 28 januari 1855 reed de eerste trein van kust tot kust.

De door een dieselloc getrokken trein trekt langzaam op door een industrielandschap. Al snel zijn er containerschepen te zien die door het kanaal varen. De trein blijft hier dicht bij het kanaal, wat natuurlijk geen toeval is omdat veel zaken benodigd voor het kanaal per trein naar de plek van bestemming werden vervoerd. Het open landschap maakt echter al snel plaats voor uitzicht op een dichte jungle die af en toe behoorlijk dichtbij komt. In de wagons is het verschil tussen de twee doelgroepen van de treindienst nu duidelijk zichtbaar. De toeristen kijken naar buiten en praten onderling, de functionarissen die voor hun werk dagelijks met de trein heen en weer naar Colon rijden slapen, lezen de krant of zijn druk met laptop of telefoon. Om vijf uur ’s middags gaat de passagierstrein terug. Gedurende de dag is het spoor het domein van enorme goederentreinen met containers. Het spoor maakt het mogelijk ook de lading van schepen die groter zijn dan de maximale afmetingen voor het Panama kanaal (294 bij 32 meter) tussen beide oceanen te vervoeren.

Als de trein dichter bij Colon komt verschijnen regelmatig openingen in de dichte bebossing. De openingen geven doorkijkjes op het Gatunmeer, een stuwmeer ontstaan bij de aanleg van het kanaal. De trein gaat er deels over een dijk doorheen en dat levert bij vlagen fraaie vergezichten op. Wat eens heuveltoppen waren zijn nu eilanden geworden. In de buurt van Colon verstedelijkt het landschap weer en na een stukje langzaam stadsverkeer komt de trein aan op het station van Colon, dat eigenlijk niets meer is dan een overdekt platform. De rit heeft een uur geduurd. Een uur dat toch eigenlijk snel om is gegaan. Eigenlijk zijn de nabijheid van het kanaal en het idee dat je tussen twee oceanen bent gereisd de belangrijkste dingen die bijblijven. Natuurlijk zijn het uitzicht en de ambiance mooi, maar het gevoel is het belangrijkste in de beleving.

Over Theo Molenaar

Foto TMAl tijdens mijn eerste lange reis heb ik grote stukken met de trein gedaan, waaronder een aantal trajecten beschreven in The Great Railway Bazar van Paul Theroux. En ook daarna heb ik waar mogelijk de trein genomen. Want het is de meest aangename manier van reizen. Je kunt opstaan en wat lopen, uit het raam staren, liggend slapen en meestal goed eten, iets wat bussen en vliegtuigen niet allemaal bieden. Ik heb dan ook mooie herinneringen aan veel van mijn treinreizen. Belangstelling voor fotografie had ik al voor het reizen. Maar de mogelijkheid om mijn herinneringen te kunnen ondersteunen en te delen zorgde ervoor dat fotografie een heel belangrijk element is geworden van het reizen. Ik heb gemerkt dat ik er ook anders van ga kijken. En uit kijken en beleven volgen verhalen. Mijn reisfoto’s deel ik op http://pictures.theomolenaar.nl/ Ook ben ik te volgen op Twitter en Facebook.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.